zaterdag 20 juni 2009

Veel hulp bij welig tierend onkruid









Het was laat in de avond, toen ik kennismaakte met mijn huiskabouter Nisse. Hieronder kunnen jullie lezen op welke wijze wij elkaar ontmoet hebben. De volgende dag was hij weg. Hoewel hij in mijn gedachte bleef, besloot ik vanaochtend wat in de tuin te werken. In juni begint het onkruid al weer behoorlijk de overhand te krijgen. Even was er bij mij nog wat twijfel. Op mijn bureau lagen de aantekeningen van een nog onuitgewerkt interview. Wat zou ik doen, de tuin of mij laten inspireren door mijn aantekeningen en de foto's die ik daar bij maakte? Ik besloot het eerste. Ik pakte de schrepel en begon in het verste hoekje van mijn tuin met het woekerende onkruid. Net toen ik naast de border begon te hakken, zag ik zijn rode puntmuts onder de struiken. Waarachtig, hij was mij voor!
'Ik ben maar vast begonnen,' zei hij 'er staat nogal wat.'
Samen schrepelde we die ochtend dat het een lieve lust was. Tegen lunchtijd klom hij op de vorig jaar omgezaagde coniferenstam en vroeg of het beviel dat hij nu zo duidelijk zichtbaar in mijn nabijheid was.
'Prima, ik denk wel dat wij het samen kunnen vinden,' zei ik, maar weinig ervaring met huiskabouters liet ik er direct op volgen 'Maar waar wil je dat ik je huisvest? Slaap je buiten of prefereer je een slaapplaats ergens binnen?'
Hij wist het direct. 'Ik lees graag, dus op de boekenplank...' zei hij. Ja, dat had ik inmiddels ondervonden, mijn Camera Obscura was er niet mooier op geworden.
'Wat moest je daar eigenlijk mee?' Hij kuchte en vond het zichtbaar vervelend dat ik er op terug kwam, zeker gezien mijn boosheid van gisterenavond.
'In jullie literatuur, zo heb ik me laten vertellen, is het de Camera Obscura die het karakter van de Nederlander bloot legt. Ik bestudeerde de tekst om iets over jullie mensen te weten te komen.' Ik knikte, daar had hij gelijk in, wie gaf er een beter beeld van de gemiddelde Nederlander dan Nicolaas Beets die daarvoor in de huid kroop van Hildebrand. 'Maar wil je daarme zeggen dat je in de buurt van mijn boeken wilt overnachten?' Nou ja, zeg, om nu direct naast mijn Camera Obscura te willen slapen, ging wel wat ver. Was het ook niet een weinig comfortabel? 'We hebben niet meer ruimte nodig', zei hij bescheiden. 'Wanneer je wat boeken verhuist naar een andere plank, dan redden we het wel.'
'We, zei je we? Wie is er in vredesnaam dan nog meer?' Wederom was ik met stomheid geslagen. Eén huiskabouter was al een bijzonderheid, maar twee? 'Mijn vrouw Hillegonda komt vanavond aan,' zei hij. 'We zouden het zeer op prijs stellen wanner we ons op een kleine plek in de boekenkast zouden mogen huisvesten.'
'Ha, ha, tsjonge nu begon het wel echt op een avontuur te lijken. Een schrijver staat wel bekend om zijn 'dikke duim', maar wie zou mij geloven als ik mijn collega's op de redactie zou vertellen dat ik mij persoonlijk heb ingezet om een kabouterechtpaar te huisvesten. Op mijn boekenplank nog wel... een kleine allochtoon met een rode puntmuts. Dit overschrijdt het betamelijke. Ik besloot deze dag het uitwerken van het interview te laten voor wat het was, de deadline was nog ver. Eerst maar eens zorgen voor een degelijk onderdak voor mijn onaangekondigde puntmutsen. Het gaf mij zoals gewoonlijk wel de nodige binnenpretjes. Juist die onverwachte zaken, maken het leven immers zo geweldig aanrekkelijk, toch?!

Posted by Picasa

1 opmerking:

  1. Nou ja zeg nieuwe bewoners...... straks krijgen ze nog gezinsuitbreiding.....wordt het nog vol daar bij je.
    Fijn weekend ook voor de nieuwe familie.

    BeantwoordenVerwijderen