zaterdag 11 juli 2009

Oost-west, thuis best!



Naast de Camera Obscura op de middelste plank van mijn boekenkast bouwden Nisse en ik zijn nieuwe onderkomen. Hildegonda (moet zijn Hildegom, zie rectificatie aan de rechterzijde) had zich tot dat moment nog niet laten zien. Ze had nog wat zaakjes te regelen, volgens mijn kleine vrind. Het was gisterenavond wat laat geworden in de tuin, na de regen waren er veel uitgebloeide bloemen die er uitgesnoeid diende te worden. Zeker tot een uur of tien was Nisse om mij heen te vinden. Met zijn kleine emmertje sleepte hij het onkruid naar de mestvaalt onderwijl een gezellig deuntje fluitend. Toen het eenmaal begon te schemeren, zag ik hem niet meer. Na al het tuinwerk had ik geen zin meer om mezelf tot schrijfwerk te manen. Onder het genot van een wijntje begon ik op mijn gemak het manuscript dat ik onder handen heb nog eens door te lezen. Ik maakte hier en daar wat correcties en werd loom en slaperig van het lange buiten zijn en mijn wijntje. Net toen mijn ogen dreigde dicht te vallen, hoorde ik een licht gekras vanuit mijn boekenkast. Direct geïnteresseerd door enig leven op de middelste plank stond ik op en zag een klein vrouwtje met een blauwe puntmuts het vertrekje aanvegen. Ze had een gezellige bolle toet en liep op blauwe bijpassende sloffen. Nisse keek geamuseerd van over zijn boekwerkje toe. De guit, ook hij zag er wat roesig uit door het wijntje waarop hij zichzelf had getrakteerd. (Wie even dubbelklikt op de foto ziet dat het kersenwijn is) 'Mijn vrouw Hildegonda', stelde hij haar niet zonder trots voor. Niet veel later stond ze op mijn bureau en kletste honderd uit. Vrouwen onder elkaar. Of ik er bezwaar tegen had, dat ze de meubeltjes toch iets anders neerzette? En of er tussen hun woning en de Camera Obscura iets meer ruimte gecreëerd kon worden. De ruimte zou ze benutten om er een rekje neer te zetten om het beddengoed te luchten. Ze liet haar vingers liefdevol langs de gordijntjes glijden. Of ik die had uitgezocht?
Nisse stond op en blies in het huiskamertje de kleine rode lantaarns uit. Hij liep naar de naastliggende kleine slaapkamer waar hij een prachtige bedstede had getimmerd. Ik volgde zijn bewegingen. Hij ging op de stoel zitten en trok zijn laarzen uit. Hildegom keek vanaf mijn bureau richting de bedstede. 'Ik ga, maar eens', zei ze. 'Hij slaapt niet graag alleen.' Die avond treuzelde ik om te zien hoe dat stel daar gezellig rondkeutelde in die kleine slaapkamer. Ik voelde me een beetje een gluurder, maar echt, dat kan ik wel verklappen....ze sliepen lepeltje-lepeltje. Niets menselijks was hen vreemd. Nou ja, ze hielden die puntmutsen op, dat wel. Het had wel iets die twee slapende huiskabouters met de nachtspiegel onder het kleine tafeltje.... hi, hi, nee, nu niet meer blijven gluren.... Een beetje privacy kan tenslotte geen kwaad. Welterusten!