zaterdag 23 juli 2011

Een plek voor je kabouter







Van de week goot het verschrikkelijk, voor mij een momentje om weer even in gesprek te komen met Nisse. Veel bezoekers van deze blog hebben mij de vraag gesteld hoe je nu aan zo'n huiskabouter kunt komen. Sommige vragen kan ik zelf wel beantwoorden, maar er zijn ook zaken die ik toch graag met hem zelf wil bespreken. Wanneer je prijs stelt om ook een huiskabouter op te nemen, moet je in ieder geval zorgen voor fatsoenlijk onderdak. Zelf heb ik, zoals jullie weten, een huisje gebouwd in mijn boekenkast waar Nisse en Hildegom een zelfstandig bestaan leiden. Ik heb er een bedstede in gebouwd en de huiskamer van allerliefste meubeltjes voorzien en een gezellig haardje. Nisse zelf prefereerde een schommelstoel die we samen zijn gaan uitzoeken. De lantaarntjes maken het tot een bijzonder knus huisje. 'Maar veel belangrijkers is,' zegt Nisse die gevraagd heeft of ik zijn schommelstoel op mijn bureau wil zetten, 'om plaats te maken in je hart. Van binnen moet je een speciale plek inruimen voor een huiskabouter. Is die er niet dan zul je er ook nooit één ontdekken. Het is de magie van de ontdekking.' Zelf ontdekte ik Nisse in mijn werkkamer omdat hij een boek uit mijn boekenkast had laten vallen. En sterker nog er een bladzijde had uitgescheurd. 'Ik heb jou in mijn werkkamer gevonden, maar andere mensen moeten die een kabouter buiten zoeken? Waar hebben ze de meeste kans om een kabouter te vinden die zich het verdere leven over je ontfermt en zich als een persoonlijk begeleider opwerpt? Nisse krabbelt in zijn baart en zegt nadenkend: 'Moeilijk, maar ik denk dat de mensen zich toch het meest ontspannen voelen in de natuur. Juist in zo'n omgeving zijn mensen in staat voor een meditatiemomentje. Tien tegen één dat er één opduikt ergens om je heen. Maar daar kunnen best wel wat dagen overheen gaan hoor! Kabouters moeten ook geholpen worden om jouw fantasiewereld binnen te stappen. Sta voor ze open, anders zul je er nooit één ontmoeten. Je moet je ook niet laten ontmoedigen als het niet zo maar lukt. Neem er de tijd voor. Kabouters zijn gek op wilde vruchten. Leg dagelijks op een bepaald plekje wat vruchten, bramen, bessen neer. In het begin zul je ontdekken dat de vruchten daar weg zijn, maar later kan het voorkomen dat juist op zo'n plek de kabouter aan je verschijnt. Een veld wilde bloemen is ook een bijzondere plek waar kabouters zich kunnen ophouden. Zij houden op de wereld de wilde bloemen in stand en bewerken de grond opdat het onkruid niet vergaat.' Daar kan ik zelf nog wel een persoonlijk advies aan toevoegen. Wanneer je hem of haar, in mijn geval beiden, hebt ontmoet, houdt dan het gesprek gaande. Maar, geef hen nooit opdrachten, want daar houden ze niet zo van. Sterker nog, dan zijn ze zo verdwenen. 'Dat is zo,'beaamt hij grif. 'Jij kunt wat leren van je kabouter, maar andersom zijn wij ook héél nieuwsgierig naar het bestaan en het werkzame leven van de mens. Op die manier bouw je vertrouwen in elkaar op, dat is wel heel belangrijk,' zegt Nisse, 'wanneer je geen vertrouwen hebt in elkaar is de magie weg.' Dat kan ik beamen, mijn boosheid om de verloren bladzijde van mijn 'Camera Obscura' is al bijna vergeten. Samen hebben we in deze paar jaar iets opgebouwd waar ik mijn levenlang plezier van zal hebben. Zijn wijsheid op gebied van de natuur, zijn logische redeneringen tijdens een moeilijkheidje op mijn werk. Ja, ik heb echt heel veel aan hem. Hij kijkt naar buiten en zegt: 'Het is droog geworden. Genoeg gekletst. Zet jij ons gesprekje maar op je blog dan zijn er vast kabouter collega's van mij die aan de mens geholpen kunnen worden.' Terwijl ik dit stukje tik, zie ik dat hij zijn gereedschap pakt en naar de weide op de dijk vertrekt. Genoeg werk voor die lieve kleine puntmuts van me!

Posted by Picasa

donderdag 14 juli 2011

Onzichtbare realiteit biedt helpende hand









Toen Nisse mij vertelde dat het om de tuin van Nel ging, kreeg ik een onbedwingbare drang om haar weer eens op te zoeken. Nel is een hartelijk mens met het hart op de tong. Op haar gezellige terras, onder een heerlijk kopje koffie en haar zelfgebakken taart, snijd ik maar direct het probleem van het Zevenblad aan zonder ook maar één woord over Nisse. 'Het is heel gek', zegt Nel, 'sinds een tijdje heb ik het gevoel dat ik niet alleen ben in de tuin. Dat ik wordt gadegeslagen door een onzichtbare realiteit. Sinds ik dat Zevenblad helemaal in de hand heb, en ik niet voortdurend meer op mijn knieën hoef te liggen om het in toom te houden, loop ik te fluisteren tegen die onzichtbare helper. Ik fluister, want ik vind het ontzettend lullig om hardop in mijn tuin tegen niets te praten, snap je. Ha, ha, mijn leeftijd gaat een woordje meespreken, moet ik mee oppassen', zegt ze lachend. 'Ik loop gewoon dankbaar te zijn dat ik niet rigoureus heb lopen spuiten. Het leek een onzichtbare hand die me dat belette. Ben dubbel dankbaar en verwonderd dat het Zevenblad niet sterft, maar steeds minder blaadjes krijgt zonder dat ik op mijn knieën lig om ze te plukken. Nou ja, zo af en toe om er een heerlijke maaltijd van te maken. Mijn tuin is momenteel heerlijk opgeknapt en heeft veel mooie bloemen. Ze wijst op heel bijzondere akeleien in de kleur geel. Ik schaam me ook niet meer dat ik tegen iets, of noem het 'niets' loopt te praten. Doordat ik me er voor openstelde is mijn Zevenblad probleem opgelost.' Weleens van kaboutertjes gehoord?' vraag ik langs mijn neus weg. Nel werkt net vakkundig een stuk appeltaart naar binnen en mompelt: 'Je zou er waarachtig in gaan geloven...'


Posted by Picasa